De Meestervertellers van 2022
Metissen van België
door Steven Crombez, Ken Kamanayo en Laura Uwase
Metissen van België vertelt het schrijnende verhaal van honderden koloniale metiskinderen uit Congo, Rwanda en Burundi, die door hun vaders in de steek werden gelaten, bij hun moeders werden weggehaald en net voor de Onafhankelijkheid naar België werden overgebracht.
Het verhaal
Toelichting maker
Het idee voor deze reeks ontstond tijdens de draaiperiode van ‘Terug naar Rwanda’. Op een zwoele tropenavond aan de oever van het Kivumeer, vertelde cameraman Ken Kamanayo het verhaal van zijn vader Georges, die net als vele andere koloniale metiskinderen, jarenlang om zijn identiteit en erkenning moest vechten en pas rust kende nadat hij zijn beide ouders had teruggevonden. Ken zat al langer met de droom om dit verhaal bekend te maken bij het grote publiek. De oude missiepost van Save, in het zuiden van Rwanda, bestond nog, de verborgen geschiedenis was nog steeds tastbaar. Het was duidelijk: dit vergeten verhaal moést worden verteld.
De tijd was er ook rijp voor: het was begin 2019 en de Belgische premier Charles Michel zou een paar maanden later voor het eerst namens de Belgische Staat excuses aanbieden aan de metiskinderen en hun Afrikaanse moeders. De excuses gaven vele metissen die hun actieve zoektocht nog niet waren begonnen, het noodzakelijke zetje om – na zestig jaar – hun dossiers te raadplegen, toen die eindelijk toegankelijk werden gemaakt.
Als begin van onze broedperiode organiseerden we een infoavond, waarop alle leden van de Metissenvereniging van België, hun familieleden en nog vele andere betrokkenen werden uitgenodigd. Ken kende velen van hen uit zijn kindertijd, toen hij met zijn vader de bijeenkomsten van de vereniging bijwoonde. Daar brachten we hen op de hoogte van onze bedoeling om een documentaire rond deze geschiedenis te maken, we peilden naar hun interesse en voerden onze eerste kennismakingsgesprekken. Het bleek al snel dat er talloze verhalen te rapen waren. Allemaal verschillend met heel unieke details en ervaringen, maar tegelijk allemaal zò herkenbaar gelijklopend.
We zochten nog verder naar andere koloniale metissen, maakten individuele afspraken voor diepgaande gesprekken en ontmoetten ook andere betrokkenen, zoals de enige zuster uit het instituut van Save die nog in leven is. En het was duidelijk: dit is een straf verhaal. Grote vraag bleef evenwel: hoe gaan we het vertellen?
We besloten te starten met diepgaande studio-interviews met een goed geselecteerd dozijn kroongetuigen, stuk voor stuk metissen die pakkend over hun ervaringen vertelden. We namen uitgebreid onze tijd, hadden aandacht voor opvang, begeleiding en nazorg van de betrokkenen, en luisterden oprecht naar hun plastische herinneringen, hun interpretaties van de feiten, hun menselijke kwetsuren. Deze interviews alleen al bezorgden ons een schat aan materiaal, waarmee we makkelijk een documentaire hadden kunnen maken. Maar we wilden meer. We wilden ook aantonen dat de verhalen ook vandaag nog blijven doorlopen. Daarom zochten we drie metissen uit, wier zoektocht en dagelijkse gepieker we stap voor stap in beeld zouden brengen: Jaak, Jacqueline en Paul. Zij zouden de hoofdfiguren worden van de reeks.
Belangrijk bij de keuze van deze hoofdfiguren was dat de drie afleveringen andere facetten van het verhaal zouden belichten. Zo maakt de aflevering van Jaak duidelijk – en zelfs voelbaar – op welke manier trauma’s onbewust worden doorgegeven aan de volgende generatie. In de aflevering met Paul krijgen de Afrikaanse moeders, allicht nog de grootste slachtoffers in deze historie, eindelijk een stem. En Jacqueline is dan weer een voorbeeld van een adoptiekind dat hier in België werd uitgebuit en mishandeld, haar leven lang in de waan was dat ze niet was gewild door haar biologische mama, en ervan overtuigd was dat ze geen familieleden meer had. Tot ze uiteindelijk toch op zoek ging en ontdekte dat ze zelfs in België een halfbroer heeft en dat er in Afrika een hele hoop familieleden al zestig jaar op haar zaten te wachten.
We kozen bewust voor een rustige en uiterst verzorgde beeldvoering, met een mooie scherptediepte, rustig registrerend met een respectvol evenwicht tussen afstand en nabijheid. Voor de studio-interviews van de kroongetuigen kozen we voor een intimistische setting met op de achtergrond een diaprojector die een kinderfoto van de interviewee projecteert op een scherm naast de betrokkene. Mooie weergave van de tijdsgeest van de periode waarin de gruwelen zich hebben afgespeeld.
De vertelling gebeurt ook zeer consequent zonder ‘voice over’. De nodige context en achtergrondinformatie wordt meegegeven in de generiek, die niet alleen bestaat uit stylistische shots en dronebeelden van de huidige site in Save, maar die voornamelijk is opgebouwd uit een afwisseling van archiefbeelden en korte flarden tekst die beknopt het grote verhaal van het metisseninstituut van Save vertellen. Deze aanpak wordt ook consequent aangehouden doorheen de afleveringen op de weinige momenten waarop nog wat extra achtergrondinformatie nodig is.
Onze allerbelangrijkste keuze bestond er evenwel in om van deze documentaire geen pamflet te maken waarin kwistig met verwijten, politieke overtuigingen en juridische claims werd geslingerd. We kozen daarentegen resoluut voor een subtiel gedoseerde vertelling van de persoonlijke ervaringen van de metissen, rechtstreeks uit hun hart naar het hart van de kijker. Net omdat een dergelijke autenthiek en impliciet geformuleerde aanklacht des te duidelijker is, en de kijker des te heviger kan raken.
Biografie
Steven Crombez heeft meer dan 25 jaar ervaring als regisseur, interviewer en eindredacteur. De eerste jaren bij productiehuis Woestijnvis was hij mede-eindverantwoordelijke van ‘Man bijt hond’, hij werkte mee aan ‘De laatste show’ en ‘De mol’ en maakte de docureeksen ‘De Believers’ en ‘0032’ (Prix Europa Iris). Bij productiehuis De chinezen was hij regisseur en eindredacteur van de eerste seizoenen van ‘De noodcentrale’ en ‘Appel d’Urgence’, waarvan het concept wereldwijd werd verkocht, ondermeer aan Amerika, Australië en Japan. Hij was regisseur van de docu-reeksen ‘Terug naar Rwanda’ (genomineerd voor de Emmy’s), ‘Koolputters’ en ‘Metissen van België’ (Prix Europa Iris en Ensor). Daarnaast volgde hij verschillende opleidingen in psycho-energetisch lichaamswerk, schreef hij de roman ‘Machteloos’ (vertaald in het Italiaans), en toonde hij zich als subtiel en rakend verteller in de monoloog ‘De beste knuffelaar ter wereld’. Zijn dagelijkse betrachting is z’n oren en hart te openen voor iedereen die hij ontmoet.
Laura Uwase is een Rwandese-Belgische documentairemaakster, verbonden aan het productiehuis “De chinezen”. Als politicologe heeft ze veldonderzoek verricht in Rwanda en heeft ze gewerkt voor de Verenigde Naties in New York. Met haar documentairewerk heeft ze als doel om moeilijke gebeurtenissen uit de geschiedenis en de menselijke gevolgen daarvan op een toegankelijke manier weer te geven.
In 2018-2019 heeft ze samen met haar collega’s bij “De chinezen” de documentaire ‘Terug naar Rwanda’ gemaakt. Deze reeks, uitgebracht ter gelegenheid van de 25e herdenking van de genocide, geeft een stem aan overlevenden, daders en getuigen van de genocide.
Ken Kamanayo studeerde Audiovisuele Technieken aan het NARAFI in Vorst, vandaag Luca School Of Arts. Hij erfde de filmmicrobe van zijn vader en is vooral gepassioneerd door het maken van documentaires. Met zijn gemengde culturele achtergrond is hij altijd op zoek naar verhalen die dicht aanleunen bij het zijne. Zo filmde hij onder meer:
– La Fille du Grand Monsieur (Canvas/RTBF), een documentaire over een métis dame die op 94-jarige leeftijd op zoek gaat naar haar roots in Rwanda;
– Iedereen Duivel (Eén), een docureeks over onze nationale voetbalploeg – een ploeg met een grote culturele mengelmoes, allemaal spelend voor één land, op weg naar de wereldtop;
– De Verborgen Geschiedenis Van Mijn Vader (Eén), het verhaal van Ronny Mosuse, die op zoek gaat naar zijn familie in Congo, om te weten te komen wie zijn vader was.
– Terug naar Rwanda, een documentairereeks i.s.m. productiehuis De chinezen, die werd bekroond met een tweede plaats op het prestigieuze ‘Prix Europa 2019’-festival, en ook de ‘Ha!’ van Humo won.
– hij loopt ook al een tijd lang in het zog van Vincent Kompany, ex-trainer van RSCAnderlecht, nu van Burnley FC, in het kader van een documentaire. Vincent is niet toevallig, net zoals Ken, ook métis.
Ken over zijn betrokkenheid bij “Metissen van België”:
Ik ben métis van de tweede generatie. Mijn vader, geboren uit de relatie tussen een Rwandese moeder en een Belgische vader, is zelf gaan graven in zijn verleden. Aangezien ik ook actief deel uitmaakte van zijn zoektocht, is zijn verhaal ook het mijne geworden. Ik ben hierdoor enorm geboeid geraakt door de verhalen van andere métissen. Ik wilde weten wat hun parcours is geweest, want ik zie hen als lotgenoten, ja, zelfs als familie. Daarom widel ik iets realiseren wat van diep in mij komt: een documentaire over het systeem achter de verbanning van de koloniale métissen. Ik vond dat dat een verhaal is dat móést verteld worden, gezien de grote impact die het had op ons verleden en het belang dat het kan hebben voor onze gezamenlijke toekomst.
Toelichting redactie
Metissen Van België had een veredelde versie van de televisieprogramma’s Spoorloos en Verborgen Verleden kunnen worden, waarin (verweesde) volwassenen voor de camera op zoek gaan naar hun oorsprong. Uiteindelijk is deze productie van Steven Crombez tot zoveel meer uitgegroeid: een collectieve zoektocht naar identiteit, verbinding en (zelf)respect, tegen de achtergrond van het kolonialisme.
Met deze driedelige serie belicht Crombez een zwarte bladzijde uit de koloniale geschiedenis van België. Daarvoor start hij in het Rwandese dorp Save, waar in de jaren veertig en vijftig een internaat voor ‘mulattenkinderen’ was gevestigd. Deze kinderen uit Congo, Rwanda of Burundi, het product van de relatie tussen een Belgische witte man en een lokale zwarte vrouw, namen daar, vaak zonder dat ze het zelf door hadden, definitief afscheid van hun ouders.
Toen in de jaren vijftig de Congolese onafhankelijkheidsstrijd losbarstte, werden honderden van deze kinderen overgebracht naar België. ‘God heeft de blanke en de zwarte geschapen’, zei de latere Belgische premier Joseph Pholien ooit. ‘De duivel heeft de metis geschapen.’ En die kwamen terecht bij pleeggezinnen of in weeshuizen.
Hun koloniale dossiers zijn pas onlangs vrijgegeven, zestig jaar na de onafhankelijkheid. Sindsdien kunnen zij op zoek gaan naar waar ze vandaan komen. Op een zeer indringende manier belichten deze aangrijpende persoonlijke verhalen, sereen gefilmd in een fotogenieke omgeving, een beduimelde pagina van de koloniale geschiedenis van een westers land, die nodig eens moest worden opengeslagen.
Door Helmut Boeijen (jurylid Kijken)