Rabot is een mozaïek-film over de verhuizing van de bewoners uit de Rabot-torens in Gent; ze moeten uit het stadsbeeld verdwijnen. De film is en was te zien op verschillende buitenlandse festivals in competitie en verbrak in België alle records: het is de eerste documentaire die zoveel bioscoopsbezoekers trok.
Ik werd door theatergroep De Kopergietery gevraagd een documentaire te maken over de Rabotwijk in Gent, omdat ze daar net een locatie hadden geopend. Ik liep letterlijk en figuurlijk wat verloren in die wijk tijdens mijn research. Toen hoorde ik dat de drie grote sociale woonblokken gingen verdwijnen en er al mensen uit blok één waren verhuisd. Ik ging kijken en zag al die lege appartementen en al die verhalen die in die lege ruimtes vervat zaten.
En ik dacht: ‘Mochten deze muren kunnen spreken, wat zouden ze me vertellen?’ De vergankelijkheid van alles, de keuzes van behang, de sporen die kaders hadden achtergelaten op muren, het feit dat de blokken zouden worden afgebroken. Toen wist ik dat ik een portret wilde maken van dit gebouw, met in zijn buik de vele mensen die moesten verhuizen.
Ik denk dat we het soms niet al te ver moeten gaan zoeken om iets relevants te vertellen. Dicht bij ons zijn ook veel verhalen die moeten verteld worden. Er is veel verdoken armoede, eenzaamheid, onverdraagzaamheid en verslaving. De mensen die daarmee te maken hebben worden allemaal samen gezet en precies ongemoeid gelaten, in een gebouw dat samen met hen afkalft. Het gevoel dat ze geen stem hebben en niet gehoord worden kwam ik vaak tegen. Met deze film kregen de bewoners een stem. En ik zette iets neer dat veel mensen aan het denken en handelen zette.
Met een notitieboekje trok ik van deur naar deur, van verdiep naar verdiep. Als mensen interesse hadden en mij binnenlieten, ging ik heel visueel te werk. Wat is belangrijk voor hen? Hoe richten ze hun appartement -die allemaal hetzelfde zijn- in? Ik interviewde hen ook uitgebreid zonder camera. Ik wilde alles weten, niet om erna alles te vertellen voor de camera, maar echt om ze te kennen. Voor mij is dat belangrijk. Ik wist van iedereen wat ze hadden meegemaakt, hoe hun ouders waren, hoeveel broers of zussen ze hebben, wanneer ze het gelukkigst waren geweest en wanneer het ongelukkigst. Ik vroeg ook altijd hoe hun dag er uit zag, heel erg in detail. En heel belangrijk: welk muziekstuk hun leven had bepaald. Ik noteerde alles en ging daar dan thuis mee aan de slag.
Deze film heb ik volledig op voorhand gescript. Ik wist dat ik met de leegte wilde beginnen, de afbraak, en dat het gebouw weer tot leven zou komen. Het skelet. Dat ik het terminus-gegeven wou gebruiken, omdat ik zo vaak hoorde over die vele zelfmoorden. Dat dit mijn enige bewegingen gingen zijn: een sprong in de diepte in het begin van de film, en op het einde de vlucht naar omhoog. Een soort van loutering.
De banaliteit was er en zou ik er insteken: televisie kijken, opstaan, strijken, ontbijten, koken, op de hometrainer zitten. De veelheid van verhalen en indrukken moesten voor mij één verhaal maken. Er zijn mensen die maar een minuut in de film komen, anderen komen terug. Maar daar gaat het niet over, het gaat voor mij om een algemeen gevoel dat ik wil tonen: dit is een blok vol met mensenlevens.
Ik heb ook in de montage veel inhoud weggedaan. Inhoud is soms ballast. Ik vind het als maker belangrijk dat als iemand naar mijn werk kijkt, er evenveel in zijn hoofd gebeurt als op het scherm. Bepaalde keuzes in montage zorgen voor spanning. De beeldvorming is heel erg belangrijk voor mij. In al mijn werk: het gaat om het verbeelden van een verhaal. Zo simpel is dat.
Ook de geluiden en muziek zijn erg belangrijk, het motief dat steeds terugkomt. Vanaf mijn eerste dag research nam ik de geluiden op die ik wou gebruiken in de film: de wind, de chauffages, het geluid achter de deuren, het geluid van de lift. Ik nam ook de teksten van de plaatselijke krant op, waarin iedereen maar raak schrijft, waar staat wat er heerst. Maar ook de lift die niet meer werkt, zoals het blok zelf, zoals het samenwonen dat ook niet meer werkt. Het verbindende van de lift, die niet meer kan verbinden.
De vakjes. Ik maakte ook vakjes waar de mensen in konden bewegen en wij de toeschouwers zijn zonder te beoordelen. De tableaux vivants. Beweging is emotie, en ik wilde dat mijn emotie niet in de film zat door de beweging, maar door de mensen: ik wil tonen, niet oordelen.
Biografie
Christina Vandekerckhove studeerde met grote onderscheiding af in audiovisuele kunst aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Gent. Haar afstudeerwerk was de documentaire Home video 53, die dat jaar de View Point documentaire prijs won. Sindsdien werkt ze als freelance regisseur vooral voor televisie (Cobra, Monumentenstrijd, Wildcard Myanmar, Via Annemie) en theater (Kopergietery Alice en Titus, waarmee ze diverse prijzen won).
In 2015 maakte ze voor Canvas de film De Nada, een visuele muzikale roadmovie door onvatbare Spaanse landschappen met de vrienden Daan Stuyven en fotograaf Peter De Bruyne in de hoofdrollen.Voor de televisiereeks Schrijvers in de lage landen maakte ze in 2016 een surrealistisch filmportret van de tekenaar en schrijver Randall Casaer.
Rabot is haar eerste documentaire langspeelfim, waarmee ze meer dan drie jaar bezig is geweest met ontwikkelen en draaien. Het is mozaïekverhaal over de verhuizing van de bewoners uit de Rabot-torens in Gent die uit het stadsbeeld moeten verdwijnen. Met Rabot won ze de publieksprijs op het Filmfest Gent en de Scam Scenario prijs op het Millenium festival in Brussel, de Ensor voor beste documentaire en de prijs voor de Sociale Film. De film is en was te zien op verschillende buitenlandse festivals in competitie en verbrak in België alle records: het is de eerste documentaire die zoveel bioscoopsbezoekers trok.
Toelichting redactie
De documentaire Rabot heeft prachtige wrange scenes met mooie personages, een sterke en gewaagde vorm en een scherp oog voor detail. De verwachting dat de flat gesloopt gaat worden geeft een natuurlijke spanningsboog aan het verhaal. Het is knap hoe natuurlijk de maker heen en weer in de tijd springt. Er worden stemmen gehoord die je niet normaliter hoort, terwijl er eigenlijk alleen esthetisch naar het flatgebouw gekeken is.
Er is prachtig geluid gebruikt, het geluid vertelt een eigen verhaal. Het flatgebouw wordt ook een personage, zelfs het hoofdpersonage. Dit stuk is esthetisch heel sterk, toont mooi camerawerk en is associatief.
Journalistieke meerwaarde is er ook, omdat de film armoede en woningproblematiek op de agenda van de stad Gent heeft gezet. Gent wordt gezien als dé progressieve stad van het land, maar deze documentaire toont een tot zelfmoord neigende plek in de stad.
Meestervertellers
Jaarlijks brengen we de beste Vlaamse en Nederlandse verhalende journalistiek in beeld, tekst en geluid digitaal samen in Meestervertellers.