Met de documentaire The Bastard ontrafelt Floris-Jan van Luyn op meeslepende wijze een verhaal van een familie, die worstelt met een erfenis: de zoektocht naar identiteit, erkenning en verwantschap. Een gelaagde film die haar publiek meeneemt naar Friesland, Ethiopië en Zuid-Afrika.
Het vertrekpunt voor het verhaal van Van Luyn is de longread Bloedbroeders van Dick Wittenberg uit 2007. Fietsenmaker Michiel Hoek uit het Friese Oudemirdum krijgt in 2003 plots te horen dat hij een halfbroer in Ethiopië heeft. Deze halfbroer, Daniel, zit op dat moment een straf uit voor moord. Daniel is in de jaren zestig bij een Ethiopische vrouw verwekt door Michiels vader, Joop, die dan in het land verblijft voor Handels Vereniging Amsterdam. Beide halfbroers ontdekken een geschiedenis die door hun vader altijd verborgen is gehouden. Want Joop wil in eerste instantie niets met Daniel te maken hebben en heeft zijn bestaan verzwegen.
Ruim tien jaar na de longread pakt Van Luyn het verhaal weer op. Het resultaat is een gelaagde film die meteen sterk opent. Prachtig camerawerk van Stef Tijdink toont een kind dat de scherpte in rent, terwijl Daniel op een indringende wijze een anekdote uit zijn vroege jeugd vertelt: voor zijn huis in Ethiopië wordt Daniel door een bewaker van koning Haile Selassie een bastaard genoemd. Het leidt bij Daniel tot vertwijfeling en onbeantwoorde vragen die uitmonden in een bezeten zoektocht naar zijn Nederlandse oorsprong.
Vanaf de eerste scene neemt de ingenieuze montage, die Van Luyn samen met editor Gys Zevenbergen heeft opgezet, de kijker strak bij de hand. De gelaagdheid van het verhaal ontvouwt zich geleidelijk, waardoor je blik op de personages op meerdere momenten verandert.
De interviews worden associatief doorsneden met filmische reconstructies en archief uit het verleden. Vooral de amateurbeelden van de familie Hoek vormen pareltjes in het verhaal. De montage was een puzzel, laat Van Luyn weten. “Zo opende de film eerder met de moord die Daniel had gepleegd. Een explosief begin. Maar met als gevolg dat je de sympathie van Daniel in het verhaal moest terugverdienen. Dat werkte niet.” Ook was het oorspronkelijke idee om meer filmische reconstructies uit Ethiopië in te zetten. Van Luyn wilde daarmee “het verleden in het heden vinden”. Dat Van Luyn hiervan afwijkt, toont een nieuwe stap in zijn werk. Hij is de kracht van interviews meer gaan omarmen.
Het verhaal balanceert tussen een spannend jongensboek en een familiekroniek. Een roman zoals je die niet kan bedenken. Met een belangrijke rol voor vader Joop. Toch was het onzeker of deze stem in de documentaire zou komen. “We kwamen er tijdens de montage en in gesprekken met mijn producenten, Hasse van Nunen en Renko Douze, achter dat Joop essentieel was. Na zes weken hebben we daarom de montage stilgelegd en hem met een lange brief weten te overtuigen.” Het is een meesterzet van het team van Van Luyn. Want juist het verhaal van Joop geeft de film een diepere laag waar iedere documentairemaker van droomt. De geschiedenis herhaalt zicht, zo blijkt. Nadat Joop tijdens de oorlog in een Jappenkamp had gezeten, zocht hij zijn vader in Thailand op. En ook hier werd door de vader niet naar zijn zoon omgekeken.
Op beeld ervaar je hoe de biecht van Joop een steen van zijn maag tilt. Een biecht die uitmondt in een emotionele verontschuldiging naar Daniel. Daniel zelf slingert volgens Van Luyn sinds het uitkomen van de film heen en weer tussen trots en frustratie. De hoop dat de film hem naar Nederland zou brengen, komt niet uit. Maar de verontschuldiging van zijn vader heeft Daniel wel geholpen hem meer te kunnen vergeven.