De Meestervertellers van 2022
Wie zorgt er nu voor de Oekraïners die strandden in Yerseke?
door Sezen Moeliker
Vanaf hun aankomst volgde Sezen Moeliker een groep Oekraïense vluchtelingen op camping Zon & Zee in Yerseke. Sommigen verruilden hun caravan voor een flat in het Duitse Heidelberg. Ook daar is de oorlog nooit ver.
Het verhaal
Wie zorgt er nu voor de Oekraïners die strandden in Yerseke?
Camping Yerseke | Vanaf hun aankomst volgde NRC een groep Oekraïense vluchtelingen op camping Zon & Zee in Yerseke. Sommigen verruilden hun caravan voor een flat in het Duitse Heidelberg. Ook daar is de oorlog nooit ver.
Hoe zou het met ze gaan? Met die vraag stapt Maria Cromwijk (43) halverwege november op de parkeerplaats van camping Zon & Zee in Yerseke in de auto om naar Heidelberg te rijden. Ze kan niet wachten om het nieuwe leven van de Oekraïners Andrey (70) en Lyuba (53) te zien. Vlak voor vertrek krijgt ze voor de groep in Heidelberg nog een tas met cadeaus van de in Yerseke achtergebleven Oekraïners in handen gedrukt. „Best spannend”, vindt ze het. „Ik ben niet meer de persoon die alles voor ze regelt. Hoe we ons nu tot elkaar verhouden weet ik niet.”
Opeens vertrokken ze een voor een naar het Duitse Heidelberg, negen van de zeventig Oekraïense vluchtelingen die tot het begin van de zomer nog op camping Zon & Zee verbleven. „Ik wil weten waarom ze vertrokken”, zegt Maria van achter het stuur. „En of ze in Heidelberg een nieuwe Maria hebben gevonden, die alles voor ze regelt. En of ze zich daar inmiddels thuis voelen.” De verhuizing van de negen Oekraïners roept ook de vraag op waar ze beter af zijn. In Yerseke of in Heidelberg. Daarom rijdt de verslaggever met haar mee.
Het afgelopen jaar volgde NRC de camping, het dorp en de Oekraïners. De Oekraïense Dana (18) die verliefd werd op de Zeeuw Pier de Vos (19). De achttienjarige Dima uit Odessa die de eerste Oekraïense oestervisser van Yerseke werd. En campingeigenaar Chris Sinke (37), die na een langdurige ziekte met de opvang een nieuwe wending aan zijn leven gaf.
Sinke kent Maria Cromwijk uit hun kerk in Kruiningen, vlak bij Yerseke. Nadat een dominee uit Moldavië hem gevraagd had of hij op zijn camping plek had voor Oekraïense vluchtelingen, was Maria een van de eersten die hij om hulp vroeg. Hij wist dat ze organisatorische kwaliteiten had door haar werk als coördinator van de vrijwilligers in hun kerk. Of zij ideeën had over hoe ze de camping konden ombouwen tot een vluchtelingenopvang? En een beetje snel ook. De eerste Oekraïners zouden over enkele dagen op de stoep staan.
Diezelfde avond tekende Maria een woordspin met in het midden het woord ‘Oekraïners’, vertelt ze in de auto op de Belgische snelweg. „Eromheen maakte ik cirkels met alles wat er op dat moment in me opkwam, alles wat nodig was om die mensen op te vangen.
Caravans, een technische dienst, crowdfunding.” Maria liet Chris de tekening zien. Op dat moment konden ze zich nog niet voorstellen dat het verouderde campingterrein een paar weken later onderdak zou bieden aan tientallen Oekraïense vluchtelingen, en dat het hele dorp hiervan in de ban zou raken.
Zo’n zeventig vrijwilligers uit het dorp en omgeving stonden een paar dagen later op de camping met schoonmaakspullen, warme kleren en boodschappen. „Er ontstond een mierenspoortje aan mensen vanaf het hek bij de ingang tot aan de kantine,” zegt Maria. Ze had geen idee wie al die mensen waren. „Ze bleven maar komen.”
Maria werd aanspreek voor de Oekraïners. Ze hielp hen met het aanvragen van simkaarten, zorgtoeslag en leefgeld, zorgde ervoor dat iedereen op tijd bij zijn of haar afspraak bij de gemeente voor een BSN-nummer kwam. Haar telefoon stond van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat roodgloeiend. Op de camping groette iedereen haar.
De eerste maanden dat de Oekraïners op de camping verbleven, was ze bijna nooit thuis. Op den duur begonnen haar drie kinderen van negen, zestien en achttien zich daaraan te storen. „Kunnen die mensen niet voor zichzelf zorgen?” vroegen ze dan. En of hun moeder dan vanavond wel thuis zou zijn, zodat ze eindelijk weer samen een filmpje konden kijken.
Kerstmarkt
Maria rijdt na een lange rit met slechts één pauze de stad Heidelberg in. Overal in de Altstadt, het historische deel van de stad, worden kerstmarkten opgebouw. De kerstverlichting hangt al. Sommige kerstbomen zijn al versierd, andere zitten nog in plastic. Als er een auto met Oekraïens kenteken langsrijdt, kijkt Maria even over haar schouder en lacht. „Toch geen bekende gezichten.”
Die avond heeft ze bij Andrey en Lyuba thuis afgesproken. Ze wonen nu in Oftersheim, een dorp zo’n twaalf kilometer van Heidelberg. De Oekraïense moeder Tatyana (wil leeftijd niet zeggen, „vinden vrouwen niet leuk”) en dochter Lyubava (20), die een paar maanden geleden op de camping verbleven, komen ook. „Hier zal het wel zijn,” zegt Maria terwijl ze de deur van haar auto dichtslaat. Ze wijst naar een flatgebouw met een Oekraïense auto voor het portiek. Wanneer ze aanbelt hoort ze gelijk enthousiaste stemmen roepen. „Maria! Maria!”
Lyubava staat met haar telefoon de ontmoeting te filmen. Uitgelaten omhelzen de Oekraïners haar één voor één. De tafel staat vol eten. Lyuba gebaart dat iedereen aan tafel kan.
Maria spreekt geen Russisch of Oekraïens, en de Oekraïners spreken geen Engels
Maria spreekt geen Russisch of Oekraïens, en de Oekraïners spreken geen Engels. De communicatie gaat non-verbaal of via apps die live vertalen. „We zijn zo blij dat je bent gekomen Maria”, spreekt Lyuba via haar telefoon in als iedereen zit. „We voelen ons nostalgisch”.
De keuken – zo’n drie bij drie meter – dient ook als woonkamer en zit vol met sporen uit Yerseke. Aan de koelkast hangt een magneet met Hollandse klompjes, die de Oekraïners van de camping meekregen toen ze uit Nederland vertrokken. Aan de muur hangt een kunstwerk dat Lyuba tijdens de maandelijkse ‘vrouwenavond’ op de camping heeft gemaakt. Op het aanrecht staat een zoutvaatje van Albert Heijn.
Andrey – lichtblauwe ogen, grijze haren, een paar gouden tanden – en Lyuba – geblondeerd haar, zwart joggingpak met glitters, eyeliner – vertellen wat hen dagelijks bezighoudt in Heidelberg. Ze zijn veel met hun kerkgenootschap, een baptistengemeente. Lyuba heeft een eigen bedrijf opgezet; ze verkoopt vitaminepoeders van het merk Fitline. Ze vertelt dat ze de fabriek in de nabijgelegen stad Speyer bezocht heeft. Lyubava probeert af en toe iets te zeggen, maar haar vertaalapp werkt niet mee. Haar moeder Tatyana is stil en zit alleen maar te eten. Wie zijn bord leeg heeft, krijgt nog een schep aardappelen, salade of pasta.
Ze willen alles weten over de Oekraïners die nog op de camping wonen. Blijven ze daar voorlopig? Maria laat een foto zien van een bouwplaats in Yerseke waar de gemeente containerwoningen voor de Oekraïense vluchtelingen van de camping laat bouwen. „Binnenkort gaat iedereen verhuizen,” zegt ze. Lyuba pakt de telefoon uit haar handen en bekijkt de foto van dichterbij. „Caravans, maar dan geavanceerd?” vraagt ze aan Maria, die instemmend ja knikt.
Pastoraal werker op de camping Mart Boone had eerder die maand de bouwplaats in Yerseke laten zien. „De gemeente heeft besloten dat de Oekraïners weg moeten van de camping”, vertelde hij. „De caravans zijn niet geschikt om de winter in door te brengen.” Boone biedt de Oekraïense vluchtelingen geestelijke ondersteuning en brengt zo veel tijd met hen door. Hij zag hoe opgelucht ze waren toen de gemeente Reimerswaal, waar Yerseke onder valt, een definitief plan presenteerde.
„Ze waren bang dat ze nog in hun caravans zouden zitten als het straks gaat vriezen.” En als het inderdaad vriest half december, zal Boone laten weten dat de Oekraïners het inmiddels heel koud hebben in hun caravans. „Het is behelpen, de caravans zijn niet geïsoleerd. Ik hoorde dat er elke twee dagen wel een gasfles per caravan doorheen gaat. En de stroom valt geregeld uit omdat er teveel verbruikt wordt.”
Bij omwonenden van het sportveld waar het wooncomplex komt te staan, stuitten de plannen op verzet. Ze startten een petitie om bezwaar te maken. Die werd ruim 450 keer ondertekend. Ondertekenaars zeiden dat ze zich onder meer zorgen maken over hun privacy. De wooneenheden worden zo’n zes meter hoog. De vluchtelingen kunnen dan in de tuinen van omwonenden kijken, denken ze. En wat als daar op den duur niet alleen Oekraïense vluchtelingen, maar ook Syrische en Afghaanse vluchtelingen zouden komen wonen? Het dorp raakte verdeeld door de kwestie.
Bij omwonenden van het sportveld waar het wooncomplex komt te staan, stuitten de plannen op verzet. Ze startten een petitie om bezwaar te maken
Maar van die verdeeldheid in het dorp lijken Lyuba en Andrey niks te hebben gemerkt. Ze zijn in Zeeland juist zo hartelijk ontvangen, vertellen ze aan tafel. In Heidelberg stond geen welkomstcomité voor hen klaar, zoals in Yerseke. En Duitsers vinden ze minder empathisch. Al blijkt er wel een nieuwe Maria te zijn. Ze heet Xenia, haar naam valt meerdere keren. „Ik zou haar graag ontmoeten,” zegt Maria.
Burgemeester
Maria’s telefoon gaat. Het is de Oekraïner Arseni, ook wel bekend als de ‘burgemeester van de camping’. Hij belt vanuit zijn caravan in Yerseke. Maria zet het gesprek op luidspreker. „Arseni!” roept Lyuba enthousiast en buigt zich over Maria’s telefoon, waarna ze hem in het Russisch bestookt met vragen.
Eind oktober zat Arseni (41) in zijn ‘kantoor’ in een grote container op de camping. Nederlandse en Oekraïense vrijwilligers bouwden de container in het voorjaar om tot samenkomstplek voor de vluchtelingen, zodat de campingkantine weer voor toeristen gebruikt kon worden. Kinderen komen er tegenwoordig om tv te kijken of te spelen. Op zondagmiddag zijn ze daar voor de ‘zondagsschool’ met pastoraal werker Mart Boone en andere vrijwilligers. Dan zingen ze Bijbelse liedjes in het Nederlands, en lezen ze verhalen uit de Oekraïense kinderbijbel. Volwassen Oekraïners doen er hun was in een ruimte met zes wasmachines
Arseni bleek niet alleen voor zijn vrouw en dochter, maar ook voor de rest van de Oekraïners een enorme hulp te zijn
Arseni zit er soms van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat om andere Oekraïners te helpen hun leven in Nederland op orde te brengen. Hij slaat zijn notitieboekje open. Zijn todolijst is een pagina lang. „Vandaag ga ik bijvoorbeeld iemand helpen met een vraag over zijn BSN-nummer, het aanvragen van een OV-chipkaart en een tandartsafspraak”, vertelde hij.
Op de camping viel hij op omdat hij goed Engels sprak, en de Nederlandse cultuur en het systeem sneller leek te begrijpen dan andere Oekraïense vluchtelingen. Arseni bleek niet alleen voor zijn vrouw en dochter, maar ook voor de rest van de Oekraïners een enorme hulp te zijn. Aanvankelijk hielp hij vrijwilligers, onder wie Maria, met vertalen. Inmiddels heeft hij veel van hun taken overgenomen.
Hierdoor weet Arseni precies wat er speelt op de camping. Veel Oekraïners vinden het moeilijk om te wennen aan Nederland, vertelde hij. Een groot deel was nog nooit in een ander land geweest. Mede daardoor kost het ze moeite om te begrijpen hoe het hier werkt. „Het zorgsysteem voelt bijvoorbeeld als een heikel punt. In Oekraïne komt er een ambulance naar je huis als je koorts hebt. Dat is gratis. Hier mag je bijna niet eens bij de huisarts langskomen.”
Worsteling
Maar de grootste worsteling gaat volgens Arseni over de vraag of ze ooit nog teruggaan naar Oekraïne. Sommige gezinnen zijn er verdeeld over, vertelde hij. „Ze weten niet wanneer de oorlog voorbij is, of hun huis er dan nog staat en of er überhaupt nog een toekomst is. Maar mocht dat wel het geval zijn, dan wil je ook je kansen in Oekraïne niet vergooid hebben door alleen in te zetten op een leven in Nederland.” De zeventienjarige dochter van Arseni maakt om die reden met online lessen het laatste jaar van haar middelbare school in Oekraïne af, in plaats van dat ze in Nederland naar school gaat.
„We zijn continu bezig met wat er op dit moment thuis gebeurt. De vrouwen huilen vaak. Vooral in de ochtend. Want de raketten vallen vaak ’s nachts. Met die berichten worden ze wakker.”
In Odessa had Arseni een baan als vastgoedjurist. Zijn dochter ging naar een goede middelbare school. Veel meer wilde hij over zijn leven voor de oorlog niet vertellen. Hij was bang dat hij dan zelf moest huilen.
Nadat Maria het telefoongesprek met Arseni heeft afgesloten, staat Lyuba op om haar een korte rondleiding te geven. „Het is precies wat we wilden,” zegt ze terwijl ze door het kleine appartement loopt. „Een studio,” noemt Lyuba het. Op de begane grond, met een balkon. In de keuken, die ook als woonkamer dient, past niet meer dan een tafel. De slaapkamer is redelijk ruim. „Xenia heeft ons geholpen om aan de meubels te komen. Allemaal gratis.”
Terug in de keuken zet ze taart op tafel, laat thee trekken met een zakje rooibos en gaat door met de ondervraging. „Hoe gaat het met Pier en Dana?”
Bij het horen van die twee namen buigt iedereen een stukje naar voren om Maria’s antwoord te horen. Lyuba heeft het over de negentienjarige Zeeuw Pier de Vos en de achttienjarige Oekraïense Dana. Enkele weken voordat Maria naar Heidelberg zou vertrekken, zat Pier met een sigaret in zijn hand op een grasmaaier op de camping. Hij vertelde hoe het met hem en tussen hem en Dana gaat.
Lyuba heeft een eigen bedrijf opgezet; ze verkoopt vitaminepoeders van het merk Fitline
Het leven van Pier is er sinds hij een baan heeft op de camping behoorlijk op vooruitgegaan. Voor die tijd ging hij niet naar school, deed de afwas in een hotel in Goes en was zo’n beetje de rest van de dag aan het blowen. „Ik leefde de hele dag toe naar het moment dat ik mijn volgende joint kon roken.”
„Mijn leven stond bekant stil. Ik besloot af te kicken,” zei Pier met licht Zeeuwse tongval. Toen hij uit de kliniek kwam, mocht hij van eigenaar Stephan van der Linden op de camping komen werken. Nu staat Pier elke dag rond vijf uur op. Hij is de manager van de camping en een van de eerste aanspreekpunten van de Oekraïners. Voordat hij gaat slapen speelt hij geen FIFA, maar leest een boek. En hij heeft dus een vriendin, Dana.
Veel praten deden ze in het begin niet. Dana sprak geen Engels of Nederlands, Pier geen Russisch of Oekraïens. Meestal gebruikten ze Google Translate of de app SayHi, die live gesproken woord vertaalt. Pier was bang om zich te veel aan haar te hechten. Dana dacht niet na over de toekomst. Als de oorlog zou eindigen, zou ze misschien wel terugkeren naar Oekraïne.
Woonunits
Inmiddels is duidelijk dat Dana voorlopig in Yerseke blijft. Met haar moeder en de rest van haar gezin verhuist ze in december naar de woonunits aan de andere kant van het dorp. Zij en Pier praten nu vaker over de toekomst.
De taalbarrière is bovendien grotendeels verholpen, nu Pier bijna foutloos Russisch spreekt en Dana grote stappen zet met de Nederlandse taal. „Tegenwoordig praat ik soms Russisch tegen haar, en dan praat zij in het Nederlands terug. Ik heb de afgelopen tijd meer Russisch-sprekende mensen om me heen gehad dan Nederlanders,” lachte Pier vanaf zijn grasmaaier.
Pier vindt het belangrijk dat ze bezig blijven met hoe het verder gaat, dus heeft hij Dana „de opdracht” gegeven om verder na te denken over de toekomst. Ze werkt nu bij een viswinkel in het dorp. Maar daar verdient ze een tientje per uur, zwart. Dat is niet genoeg om ergens in te kunnen investeren. Pier vindt dat ze moet nadenken over wie ze is en waar haar kwaliteiten liggen.
Dana vindt dat moeilijk. Ze vindt dat ze niets waard is, zei Pier. „Ze heeft geen school en ze spreekt geen Engels. Ik zeg dan tegen haar dat ze haar diploma moet halen. Dat ze dan echt wel kansen heeft.” Tot die tijd kunnen ze misschien wel als „een team” verder gaan op de camping, ook als de Oekraïners weg zijn, dacht hij. Dan doet zij de horeca, schoonmaak en als haar Nederlands goed genoeg is de receptie. Hij de rest van de klusjes.
Lyubava kijkt blij verrast naar Maria als ze hoort dat Pier en Dana nog samen zijn. „Gaan ze trouwen?” vraagt ze. Maria lacht en haalt haar schouders op.
De volgende ochtend zitten Andrey en Lyuba in hun keuken weer klaar met taart. Maria heeft hen gevraagd om haar Heidelberg te laten zien. De eerste stop is het slot van Schwetzingen, twee kilometer bij hun huis vandaan. Daarna thuis lunchen en afsluiten in Heidelberg.
Voor vertrek schuift Lyuba Maria een vitaminecocktail onder haar neus. Ze zet de camera van haar telefoon aan voor een Instagram-live opname. In het Oekraïens vertelt ze aan haar kijkers dat een vrijwilliger uit Nederland haar is komen bezoeken, hoe blij ze daar mee is, en dat zij Maria nu ook Fitline laat uitproberen.
Die middag vallen er honderden raketten op Oekraïne. Nog voordat dit nieuws Nederland of de rest van de wereld bereikt, krijgt Lyuba een appje uit Kiev, terwijl ze aan haar keukentafel net foto’s van haar leven in Oekraïne laat zien. „Er wordt geschoten”, staat er. Ze schudt haar hoofd. „Vergelding voor de bevrijding van Cherson,” schrijft ze in de vertaalapp. Nog even gaat ze verder met foto’s tonen. „Hier vierden we de verjaardag van Andrey in ons huis met familie en vrienden,” zegt ze. Op de foto is een lange tafel vol mensen en eten te zien.
Als er nog een appje over de beschietingen binnenkomt, sluit Lyuba haar ogen, verbergt haar gezicht achter haar koffiemok en begint hardop te bidden. Haar schouders schokken van het huilen. Na een lange vijf minuten zet ze haar mok terug op tafel en kijkt naar Maria. „Sorry hiervoor,” zegt ze. Maria typt in haar vertaalapp en geeft haar telefoon aan Lyuba. „Je hoeft nergens sorry voor te zeggen. En maak je geen zorgen, Jezus hoort” staat er.
Lyuba wil Maria de rest van Heidelberg laten zien. Tijdens een wandeling naar het slot van Heidelberg maakt ze filmpjes voor Instagram en TikTok. Ze vertelt haar volgers hoe mooi haar nieuwe stad is, met de rivier, de oude gebouwen, de vele kerken. Maar ondertussen krijgt ze op Instagram ook beelden van een verwoest flatgebouw in Kiev, de woonplaats van haar zoon. Die laat ze hoofdschuddend aan Maria zien, en dan probeert ze met haar schouders recht weer verder de heuvel op te lopen.
Onthaal
Het is woensdagochtend. Lyuba en Andrey hebben Maria uitgenodigd om mee te gaan naar een samenkomst van hun kerkgenootschap. Daar zal ze de rest van de Oekraïners die de camping verlieten – onder meer het domineesechtpaar Dmitri (47) en Svetlana (53) – weer zien. En Xenia (46), de ‘Maria van Heidelberg’, komt misschien ook.
Bij binnenkomst in het huis van Dmitri en Svetlana, in een nette buitenwijk van Heidelberg, krijgt Maria opnieuw een warm onthaal. Het is tien uur ’s ochtends. In de ruime woonkamer staat een tafel vol met eten. De bel gaat. Andrey springt op van de bank. „Xenia!” roept hij.
Xenia komt druk telefonerend het huis van Dmitri en Svetlana binnen. Ze heeft een tas vol papieren bij zich. Als ze klaar is met bellen, stelt Lyuba de twee vrijwilligers aan elkaar voor. Xenia schudt Maria de hand, kijkt haar even aan en geeft haar dan een knuffel.
De vrouwen gaan naast elkaar op de bank zitten. Ze laten elkaar foto’s zien van hun vrijwilligerswerk. Xenia, die nagenoeg alleen te werk gaat, heeft albums vol met foto’s van hulpgoederen die ze bijna wekelijks naar Oekraïne stuurt. Maria laat met slingers versierde caravans in Yerseke zien. „Birthday party on the camping,” zegt ze.
Xenia laat haar tas met papieren aan Maria zien – het zijn documenten die ze van Duits naar Russisch moet vertalen voor de Oekraïense vluchtelingen – en wijst dan naar haar telefoon. Ze gebaart dat die zo’n beetje de hele dag door afgaat. Maria legt kort haar hand op haar schouder en zegt: „I know what you mean.” Verder zeggen ze niet veel, want ze spreken dezelfde taal niet. Maar dat lijkt niet nodig om elkaar te begrijpen.
Oesters
Dmitri wil van Maria weten hoe hij aan oesters uit Yerseke kan komen. “Hoeveel heb je er nodig? Tien?”, vraagt ze. Hij wil er duizend. Hij en zijn vrouw Svetlana zijn bezig een schoonmaakbedrijf op te zetten, zoals ze in hun voormalige woonplaats Cherson ook hadden, maar ze willen ook oesters uit Yerseke importeren en aan restaurants in Heidelberg verkopen. Maria stuurt een appje naar haar contacten thuis.
Dmitri wil oesters uit Yerseke importeren
Dmitri en Svetlana, allebei dominee, waren de eerste Oekraïners die vanuit Yerseke naar Heidelberg vertrokken. Het echtpaar had een paar maanden geleden twee redenen om te vertrekken. „We wisten dat het in Nederland kansloos was om een woning te vinden,” vertelt Dmitri. „We wilden een echt appartement voor onszelf. Dat ging in Yerseke nooit gebeuren. God heeft ons toen op Heidelberg gewezen.” Ze vroegen de rest van hun kerkgenootschap in Yerseke met hen mee te gaan.
In hun caravan konden ze tot rust komen na een zware tijd, vertelt Svetlana, die samen met Dmitri een maand in een schuilkelder in Cherson leefde. De mensen op de camping waren liever voor hen dan in Duitsland, vindt ze. „Maar in Heidelberg hebben we onze roeping gevonden. We hebben onze eigen kerk opgericht. We hebben een eigen appartement. Ons schoonmaakbedrijf staat in de steigers. Ik ben nu een plan aan het maken om terug te gaan naar Cherson om daar generatoren naar toe te brengen. Die zijn daar hard nodig.”
Na een innig afscheid stapt Maria weer in de auto. „Ik begrijp het nu”, zegt ze op de terugweg. „Als ik hen was, was ik ook vertrokken.” De Oekraïners die nog op de camping wonen, zitten volgens Maria nog steeds „vast in hun caravans”. Sommigen hebben weliswaar werk, maar ze zitten veilig in een gemeenschap waarin ze niet worden uitgedaagd om een andere taal te spreken. Of om bijvoorbeeld zelf een bedrijf te beginnen. Niemand is bezig met een plan om te gaan helpen in Oekraïne. Bovendien gaan ze straks ergens wonen waar ze niet gewenst zijn. „De groep die niet op de Oekraïners zit te wachten in Yerseke is veel groter dan de groep vrijwilligers op de camping.”
Het is de groep in Heidelberg beter gelukt om door te gaan met hun leven en een eigen plek te vinden, denkt Maria. Een caravan is geen huis, en dat gaat het ook nooit worden. „Het zijn een paar dunne wanden aan elkaar”, zegt ze. „Als het regent trekt het vocht naar binnen.” Een tijdje terug kon een van de Oekraïners niet mee op een dagtripje naar Rotterdam, omdat zijn caravan vanbinnen beschimmeld was. Hij was de hele dag druk met alles wassen en laten drogen. Zelfs zijn matras moest naar buiten.
Het is goed dat het nu afloopt op de camping, zegt Maria in de auto, bijna bij de Nederlandse grens. Het is tijd om haar eigen leven weer op te pakken – ze kan niet oneindig „op de camping blijven hangen”. Haar contacten met de Oekraïners houdt ze wel, daar hoeft de camping niet voor te blijven bestaan. En als over een paar maanden blijkt dat het contact verwatert, dan zou dat misschien juist een goed teken zijn, denkt ze. „Dat zou betekenen dat ze me niet meer nodig hebben. Dan hebben ze hun leven op orde, of er is iemand anders die ze helpt.”
Dat geeft Maria ruimte om iets anders te gaan doen. „Misschien is de volgende stap voor mij wel om met Svetlana uit Heidelberg mee naar Cherson te gaan”, bedenkt ze zich tegen het einde van de rit. „Om dáár te gaan helpen.”
Toelichting maker
Toen de oorlog in Oekraïne net was uitgebroken, stortte ik me net als veel andere journalisten volledig op de vluchtelingenstroom die al snel op gang kwam. Zo belandde ik voor een verhaal op een school in Middelburg. Daar noemde de conciërge “de Oekraïense kinderen van de camping” tussen neus en lippen door. De woorden van de conciërge bleven door mijn hoofd spoken en na even zoeken vond ik de camping die hij bedoelde: Zon & Zee in Yerseke. Een Zeeuws dorp waar ik tot dan toe weinig over had gehoord.
Nadat ik de camping voor het eerst bezocht had, kwam ik met een handvol verhaalideeën thuis, en schreef ik een serie van uiteindelijk zeven afleveringen. Onder meer over de Oekraïense Dana die verliefd werd op de Zeeuwse Pier. Over Dima, de eerste Oekraïense oestervisser van Yerseke. En over hoe de komst van de vluchtelingen de voorheen sterk gescheiden kerken in het dorp bij elkaar bracht.
Het afgelopen jaar bezocht ik de camping regelmatig en leerde de mensen kennen. In het begin kwamen er geregeld nieuwe vluchtelingen bij, maar op den duur vertrokken er ook steeds een aantal. Waarvan één groep in het bijzonder opviel: de groep die naar Heidelberg vertrok. Anderen vertrokken naar Engeland omdat ze daar familie hadden. Of ze wilden weg uit Yerseke omdat het daar saai is. Maar negen Oekraïners die gezamenlijk naar het Duitse Heidelberg afreisden? Dat riep vragen op die op de camping onbeantwoord bleven. Ook voor Maria, een van de belangrijkste aanspreekpunten voor de Oekraïners, met wie ik uiteindelijk naar Heidelberg reisde om erachter te komen waarom ze uit Yerseke vertrokken.
De reis naar Heidelberg en de vragen waarmee Maria daar naartoe vertrok bleken het verhaal een natuurlijke spanningsboog te geven. Tijdens de drie dagen in Heidelberg werd gaandeweg steeds duidelijker waarom de groep vertrokken was. Die structuur hoefde ik in het verhaal simpelweg aan te houden. Lastiger was het om ook nog over de camping en de mensen daar te kunnen vertellen. Dat heb ik uiteindelijk gedaan door een raamvertelling te doen: de reis naar Heidelberg was de ‘omlijsting’ voor andere kortere verhalen die zich op de camping in Yerseke afspeelden. Met flashbacks heb ik bijvoorbeeld ook nog over de verliefde Pier en Dana kunnen schrijven.
De camping is nu een gewone camping. Van de Oekraïners die in Yerseke bleven, wonen de meeste aan de andere kant van het dorp in wooncontainers. Het verhaal over Maria en de Oekraïners in Heidelberg is voorlopig het einde van de serie.
Biografie
Sezen Moeliker (Rotterdam, 1996) is redacteur Werk en inkomen op de economieredactie van NRC. Daarvoor studeerde ze politicologie, publieksgeschiedenis en eventjes journalistiek aan de Universiteit van Amsterdam. Ook werkte ze als podcastredacteur bij Dag en Nacht Media. De komende tijd schrijft ze vooral over de arbeidsmarkt.
Toelichting redactie
In een kleine keuken in het Duitse Heidelberg, die ook dient als woonkamer, zijn sporen uit het Zeeuwse Yerseke te zien. NRC-journalist Sezen Moeliker merkt ze op: ‘Aan de koelkast hangt een magneet met Hollandse klompjes, die de Oekraïners van de camping meekregen toen ze uit Nederland vertrokken. Aan de muur hangt een kunstwerk dat Lyuba tijdens de maandelijkse ‘vrouwenavond’ op de camping heeft gemaakt. Op het aanrecht staat een zoutvaatje van Albert Heijn.’
Moeliker is aanwezig als een vlieg op de muur. Zij heeft geen rol in het verhaal over Oekraïners die na opvang op de Zeeuwse camping, besloten naar Heidelberg te vertekken, omdat daar meer kans was op een ‘echte woning’. Het leest alsof de personages zelf het verhaal vertellen. En er zijn héél veel personages in dit verhaal. Je zou er als lezer horendol van kunnen worden. Maar Moeliker laat ons niet verdwalen. Ze leidt ons heel knap via de gesprekken die hoofdpersonage Maria – spin in het Yerseke web – heeft met de Oekraïners in Heidelberg, ook langs het wel en wee van de achtergeblevenen in Yerseke. Een verhaal dat als een lappendeken van anekdotes zorgvuldig aan elkaar gehaakt is.
Door Arlette Dwarkasing (jurylid Lezen)