De Meestervertellers van 2019
Achter een geel harnas. Het leven van Roger Borlez
door Filip Rogiers
Met god, vaderland of vakbond liet hij zich niet in. Maar boos was hij wel. ‘Genoeg was genoeg. Hij wilde doorgaan tot het einde.’ Hoe Roger Borlez onder een camion sukkelde. Gesneuveld in het harnas, een geel hesje.
Het verhaal
Achter een geel hesje. Het leven van Roger Borlez
19 januari 2019 I De Standaard
Filip Rogiers
ROGER BORLEZ (49), DE DOOD VAN EEN GEEL HESJE
‘Het einde van de maand viel bij ons op de 10 de’
Met god, vaderland of vakbond liet hij zich niet in. Maar boos was hij wel. ‘Genoeg was genoeg. Hij wilde doorgaan tot het einde.’ Hoe Roger Borlez onder een camion sukkelde. Gesneuveld in het harnas, een geel hesje.
Het is nog donker, wanneer Roger Borlez op 17 november ’s ochtends zijn huis verlaat. Hij is het gewoon, hij heeft het jaren gedaan, om vier uur het bed uit, deze werf en gene stelling op, schilderen, zandstralen, vuilnis ophalen. ’s Avonds om acht uur pas weer thuis. Nog geen vijftig is hij en zijn rug kraakt al.
Maar vandaag is het zaterdag. Er is geen kat op de weg in Liers, een slaapdorpje naast Herstal, op 5 kilometer van Luik. Roger heeft afgesproken met een paar maten om post te vatten aan een ProxyFuel. Ook elders in Wallonië worden vandaag tankstations versperd om, naar Frans voorbeeld, te protesteren tegen de hoge brandstofprijzen.
Roger heeft nooit eerder betoogd of gestaakt. Vandaag heeft hij een geel hesje aan. Het gaat goed, hij krijgt er schik in. Ook België heeft nu zijn gele-hesjesbeweging, Roger ziet het ’s avonds op de televisie en de volgende ochtend in La Meuse. Hij voelt zich iemand, hij is erbij. Lang genoeg beleefd geweest.
Fat cats
Bij Robert ging alles in rechte lijn, bij Roger was het meer een slalom. Hij bleef de jongste, kon altijd wel een duwtje in de rug gebruiken. Robert gaf het graag, hun vader ook
Zijn maten moeten niet aandringen, ook bij de volgende actie staat hij er. Op zijn Facebook deelt hij een post met een citaat van een oude Amerikaanse oorlogsjournalist: ‘Heb je een natie van schapen, dan krijg je een regering van wolven.’
Deze keer hebben de hesjes postgevat op de oprit van de autosnelweg E25 in Visé, vlak voor de oprit naar Maastricht. Het is een weekdag, riskanter dan actievoeren voor een tankstation in het weekend. Zijn oudere en enige broer, Robert (55), zou het hem hebben willen afraden, als dat zin had.
‘Maar je veranderde mijn broer niet van gedacht’, vertelt ons Robert, vier dagen na de dood van Roger. ‘Dat hij actie wilde voeren, begrijp ik. Te veel mensen hebben het moeilijk. Ze worden door het leven niet verwend. Maar daarom moet je nog geen autostrade afsluiten. Dat is onwettelijk en gevaarlijk. Roger zou zelf nooit het initiatief hebben genomen voor zoiets, maar hij was wel de eerste om een handje te helpen.’
De hesjes werpen een filterblokkade op. Auto’s mogen door, camions niet. Het zorgt voor gepalaver aan het piket. Een trucker vraagt of hij door mag: hij is een alleenstaande papa, net over de grens wachten zijn kinderen en de babysit op hem. De gele hesjes delibereren en stemmen, want behalve meer koopkracht eisen ze ook meer democratie, dus willen ze het onder elkaar meteen beter doen dan de elite. Bij handopsteking: de trucker mag door.
Andere truckers duimen voor de hesjes. Ze lieten de actievoerders op hun Facebook al weten: ‘Ga voor mijn camion staan en ik stap met plezier uit. Ik doe mee!’ Truckers hebben het namelijk ook niet makkelijk. Op maandag 7 januari leggen ze er zelf het blok op omdat Europa hun rij- en rusttijden wil verscherpen.
Anders dan de acties van de gele hesjes zal dat laatste, door de vakbond gesteund en georganiseerd protest wél iets uithalen. Europa blaast het plan af. De hesjes gunnen het de truckers, maar toch, ook onder gewone mensen blijkt de een gelijker dan de ander. Van Parijs tot Visé wint de verzuchting ‘niet gehoord te worden’ week na week veld. Hoge brandstofprijzen worden een detail.
Een moord
Op kerstdag schrijft hij op Facebook: ‘Mijn voornemen voor 2019? Nog bozer worden. Hou jullie maar vast’
Op vrijdag 11 januari 2019 staat Roger voor de derde keer al op de oprit van de autostrade. Nog scherper dan voorgaande keren, want een maand na het begin van de acties is er nog niets veranderd. De fat cats blijven fat (het berichtje dat Britse ceo’s op 3 januari het jaarloon van een gewone Brit op zak hebben, gaat rond onder de hesjes), bij Proximus staan 1.900 banen op de tocht.
Roger post op zijn Facebook de tussenkomst van Raoul Hedebouw (PVDA) over het telecombedrijf. Roger was nooit erg actief op de sociale-netwerksite, maar de jongste weken deelt hij bijna dagelijks een filmpje van het Franse protest. Op kerstdag schrijft hij: ‘Mijn voornemen voor 2019? Nog bozer worden. Hou jullie maar vast.’ Hij radicaliseert, als het ware. Zijn post over Hedebouw wordt zijn laatste.
Het is even na zevenen ’s avonds en al donker aan de brug, waar de hesjes de auto’s van de camions scheiden. In hun hoge cabines krijgen sommigen het nu wel een beetje op hun heupen. Het weekend wenkt en alwéér staan ze stil in Visé. Het volk moet het volk toch niet kloten, wel de rijken en Charles Michel?
Een trucker uit het Limburgse Landgraaf tracht zich in de rij van de auto’s te wurmen. Roger gaat voor de truck staan, drie hesjes naast hem, een van hen is zijn levensgezel, Jacqueline. Ze schrikken als de trucker ineens schakelt en zijn gevaarte een halve meter vooruit schiet. In een reflex springt Roger op de bumper, klampt zich vast aan het rooster, onder ooghoogte van de chauffeur.
Heeft de chauffeur Roger gezien? Schiet hij in paniek? Roger klopt met een moersleutel op de voorruit, maar de truck zet aan, rijdt door. Roger belandt voor de ogen van Jacqueline onder de tientonner.
Zo gebeurde het volgens de ooggetuigen. Het onderzoek loopt nog. De trucker meldde zich pas na vier dagen bij de politie. Hij is voorwaardelijk vrij, maar wordt beschuldigd van ‘het opzettelijk toedienen van slagen en verwondingen met de dood tot gevolg zonder de intentie tot doden’.
‘Hij plooide zich dubbel voor ons. Als hij er een uur extra voor moest werken, deed hij dat. Hij amuseerde zich even kostelijk als wij als we eens naar het pretpark konden’
‘Geen ongeluk, een moord’, zeggen de gele hesjes die vorige zaterdag op diverse plaatsen in Wallonië een wake voor Roger hielden om hun colère te tonen. Zijn naam prijkt op hun hesje. Roger, N’Oublions Jamais.
Held voor even
‘In Frankrijk waren er al enkele doden gevallen, mijn vader is het eerste slachtoffer in België’, zegt Xavier Borlez (25). Hij zit samen met zijn zus Cathy (21) aan de keukentafel bij hun nonkel Robert. Ze zoeken foto’s en liedjes voor de uitvaart.
‘Hij is nu zo’n beetje een held voor de hesjes.’ Het klinkt gemengd. Het martelaarschap brengt hun vader niet terug. ‘Maar hij had het zeker goed gevonden dat zijn maten de strijd voortzetten. Dan is zijn dood toch niet voor niets geweest.’
De publieke aandacht balsemt het verdriet. Roger Borlez uit Liers, held voor even.
Al is het ook mogelijk dat hij zich daarboven vooral voor het hoofd slaat. Omdat hij met zijn stomme kop aan die camion is gaan hangen. Suis un petit con, is hoe Roger zichzelf omschreef toen hij in 2012 Facebook betrad.
‘Hij had zijn karakter, ja’, lacht Cathy. ‘Maar hij was alles behalve méchant.’ Ook Robert grinnikt bij de herinnering aan zijn jonge broer. Zat altijd vol goede bedoelingen, maar sukkelde daarbij al eens in een sloot. Of zeven, tegelijk.
Hun vader, Jean-Louis, was ingenieur. Ook zijn zonen waren van het slag ‘jongens en wetenschap’. Van kindsbeen af deelden ze een passie voor alles wat wielen had. Roger studeerde automechanica aan de Ecole Polytechnique van Herstal.
‘Hij droomde van een Ford Escort MK1, een oldtimer’, zegt Xavier. ‘Ik zat onlangs nog met mijn liefje te fantaseren wat we wie cadeau zouden doen als we de Lotto zouden winnen. Voor mijn vader was dat dus zo’n Ford Escort MK1.’
De broers Borlez nemen een gelijke start, maar Robert kwam al vroeger dichter bij zijn droom. Hij organiseert al jaren de in Wallonië bekende l’Ecurie Chawresse ofte de Rallye des Crêtes voor amateurs. Hij reed zelf een driehonderdtal rally’s. ‘Ik heb Roger met mijn passie aangestoken’, zegt Robert. ‘Ik heb ervoor gezorgd dat hij drie keer gratis een rally kon rijden. Hij mocht ook copiloot van mijn zoon zijn.’
Roger keek op naar zijn oudere broer. Die verging het op velerlei vlakken beter. Goede job, gezellig huis met tuintje, camper voor de deur, gelukkig getrouwd, kinderen, kleinkinderen. Bij Robert ging alles in rechte lijn, bij Roger was het meer een slalom. Hij bleef de jongste, kon altijd wel een duwtje in de rug gebruiken. Robert gaf het graag, hun vader ook.
Koteletje
‘Het ging eindelijk wat beter met ons vader’, zegt Xavier. ‘Hij had voor het eerst een goede, vaste job. Voordien was het altijd iets. Vuil en zwaar werk. In een garage eerst, daarna heeft hij op stellingen gestaan om te schilderen en te zandstralen, hij werkte bij de vuilniskar en in de industriële schoonmaak. Petits boulots, nooit top.’
Een vetpot was het nooit bij Roger thuis. ‘Als er een koteletje in huis was, kregen wij dat en nam hij een boterham’, zegt Cathy. Ze bedoelt het niet metaforisch. ‘Het einde van de maand viel bij ons al op de tiende. Als alle rekeningen betaald waren, schoot er niet veel over.’
‘Maar we gingen altijd fatsoenlijk gekleed naar school,’ zegt Xavier, ‘en we hebben nooit honger geleden. Hij plooide zich dubbel voor ons. Als hij er een uur extra voor moest werken, deed hij dat. Hij amuseerde zich even kostelijk als wij als we eens naar het pretpark konden of gingen karten.’
Er passeren foto’s van Roger en de kinderen in Walibi, in Plopsa Coo. De kinderen gingen voor, al zeker sinds zijn scheiding. Ze boden de vastigheid waaraan het hem daarnaast in zijn leven al eens ontbrak.
Hij had niet alleen twaalf stielen, hij verhuisde ook ettelijke keren, wel altijd binnen Liers, een keer zelfs binnen dezelfde wijk. Het soort wijk dat troosteloos bleef ook nadat de gemeente de huizen een fel kleurtje had gegeven: azuurblauw, grasgroen, geen geel.
Maar het tij was kerende. Het begon Roger eindelijk een beetje voor de wind te gaan. Drie jaar geleden vond hij opnieuw de liefde, bij Jacqueline. En al vijf jaar had hij zijn job, chauffeur bij afvalintercommunale Intradel. Hij was trots op zijn werk, toonde er zich erg bij betrokken. Minder afval, meer recycleren, alternatieve energie: het wekte zijn interesse. Was hij geen groene jongen, ook hij toonde zich boos toen de politiek twee dagen na de Klimaatmars in Brussel de 70.000 betogers in het gezicht uitlachte door in Europa tegen een richtlijn over energiebesparing te stemmen.
De Franse gauchist Jean-Luc Mélenchon zei dat diesel (gele hesjes) en quinoa (klimaatprotest) niet samengaan, zoals prosecco en Cara niet mengen, maar de waarheid is zoals altijd genuanceerder. De nuance, dat is de mens zelf.
Roger was op de dag van de Klimaatmars ook in Brussel. ‘Op vrijdag betoogde hij mee met de hesjes,’ zegt Robert, ‘maar hij had een hotelkamer voor het hele weekend geboekt.’
Ja, elke dag werd hij een beetje bozer, politiseerde hij verder. ‘Hij was niet extreemrechts, niet extreemlinks’, zegt Cathy. ‘Eerder van het centrum. Maar over politiek als zodanig werd er niet gepraat. Verkiezingen haalden niets uit, vond hij. Alles bleef bij het oude, het werd alleen maar slechter. Genoeg was genoeg. Hij ging betogen voor onze toekomst en die van onze kinderen. Dat zei hij vaak de jongste weken. Hij wilde doorgaan tot het einde.’
‘Een waardiger leven, daarvoor deed hij het’, zegt Xavier. ‘En voor het Réferendum d’initiative citoyenne. Hij zocht er van alles over op. Er moest eindelijk maar eens geluisterd worden naar de mensen.’
Danse des canards
Zelf spitste hij in de laatste dagen van zijn leven de oren als nooit tevoren. Ook dat is geen beeldspraak. Roger was hardhorig.
‘Hij had twee hoorapparaten’, zegt Robert. ‘Rommel, maar iets beter kon hij zich niet veroorloven.’
‘Als er een wind opstak, floot het in zijn oren’, zegt Xavier. ‘Hij moest het vaak afzetten omdat hij er hoofdpijn van kreeg. Hij knikte wel van ja als je hem iets vroeg, maar hij hoorde je amper. Hij was te trots om toe te geven dat hij het weer niet verstaan had.’
‘Zo verloor hij ook al eens een job’, zegt Robert.
‘Twee dagen voor Nieuwjaar gaf zijn baas hem twee fonkelnieuwe hoorapparaten cadeau’, zegt Xavier. ‘Echt top! Hij was er zo blij mee. Op oudejaarsavond kon hij maar niet genoeg krijgen van de muziek. Hij heeft tot ’s morgensvroeg staan dansen in de keuken. Hij hield van liedjes uit de jaren 80 en van new beat. Als hij uit bed kwam, zette hij de radio aan. Meestal ook voor de buren.’
‘Als we op zijn begrafenis écht zijn lievelingsplaatje moeten draaien,’ lacht Cathy, ‘dan wordt het de danse des canards.’
‘Tien dagen heeft ons vader het lawaai van de wereld gehoord, zo scherp als u en ik’, zegt Xavier.
Een laatste foto. Nog een keer: ‘Roger, c’était Roger.’
‘Ja, dat is hem helemaal’, wijst Robert op een foto van zijn broer voor een côte à l’os. Het stuk vlees is zo groot dat het over de rand van het bord hangt. Roger kijkt verlekkerd toe. Groenten zijn er niet. ‘Daar trakteerde hij zich één keer per week op. Na vier dagen kin kloppen. Moeilijk als het ging, hij hield van het leven. Ik denk niet dat hij ooit een dag in zijn leven echt ongelukkig is geweest.’
Het weinige dat hij had, deelde hij graag. ‘Het afgelopen jaar ging hij vaak daklozen helpen’, zegt Xavier. ‘Hij sloeg een praatje, stak ze een deken of wat eten toe. Het is ook voor hen dat hij dat gele hesje aantrok. Hij was bij mijn weten het enige gele hesje hier in Liers. Man, wat gaan we hem missen.’
Op de brug over de E25 hangen een hesje met zijn naam en zeventien gele rozen. Beneden aan de oprit, op de plek van het ongeluk, hebben Xavier, Cathy en Jacqueline vorige zaterdag ook bloemen neergelegd aan het voorrangsbord. De politie sloot de oprit af en escorteerde de witte mars voor Roger. Ze hielden er een minuut stilte. Enkele meters verder denderden trucks en auto’s gewoon door. Een razend requiem voor een petit con.
Op 1 januari deelde Roger een berichtje over gewelddadig straatprotest in Oekraïne. ‘Daar hebben ze tenminste de ballen, comme nos anciens en 1968. Spijtig dat het zo ver moet komen om eindelijk gehoord te worden.’
——
“Dit artikel werd gereproduceerd met toestemming van de uitgever, alle rechten voorbehouden. Elk hergebruik dient het voorwerp uit te maken van een specifieke toestemming van de beheersvennootschap License2Publish: info@license2publish.be“
Toelichting maker
Interview, camera en montage door Marjan Justaert, redactielid Meestervertellers 2019
Biografie
Filip Rogiers (1966) woont en werkt in Brussel. Als journalist bij De Standaard schrijft hij vooral voor DS Weekblad, niet zelden gaat het om maatschappelijk relevante reportages. In 2017 ontving hij de Belfius Persprijs voor zijn reeks ‘Brood & Boter: alledaagse verhalen achter parlementaire vragen’. Rogiers is ook auteur. Zijn verhalenbundel Nauwelijks lichaam (2011) werd bekroond met de debuutprijs, zijn eerste roman Verman je (2015) werd genomineerd voor de Bronzen Uil en de Cutting Edge Award. In 2018 volgde nummer twee: Angel. Eerder schreef hij ook twee non-fictieboeken, over extreemrechts en over de ziel van doorsnee Vlaanderen.
Foto door Koen Broos
Toelichting redactie
Filip Rogiers schreef een belangrijk journalistiek verhaal over de situatie rondom de gele hesjes in België. Met het kleinere verhaal van Roger Borlez wordt knap het grotere verhaal over de gele hesjes beweging verteld. Door te tonen waarom Borlez een geel hesje is, wordt het bredere verhaal invoelbaar gemaakt: het verhaal over de armoede in België. Het opent je ogen voor waarom de gele hesjes protesteren. Die kant van het verhaal blijft vaak onbelicht, maar heeft Rogiers nu op een mooie, rustige en toegankelijke manier verteld.